'Met meedenken bereik je meer dan met tegenhouden'
Boeren in de Maasheggen als natuurbeheerder
Steeds meer boeren ontwikkelen en beheren delen van het natuurnetwerk in Brabant. Ook in het UNESCO-gebied De Maasheggen houden agrarische ondernemers meer rekening met de effecten van hun bedrijfsvoering op het landschap, de biodiversiteit in de omgeving en de bodemgesteldheid. Voor veel boeren wordt natuur zelfs onlosmakelijk onderdeel van hun agrarische bedrijf.
“Het is mooi dat wij een bijdrage mogen leveren aan de ontwikkeling van dit bijzondere gebied”, zegt één van de agrarische ondernemers. “Belangrijk is wel dat je rekening houdt met wat voor gebied De Maasheggen is en zoveel mogelijk constructief blijft meedenken. Daar bereik je meer mee dan met tegenhouden.”
Waar Eric Lamers van De Schutkooi onlangs aanhaakte bij een initiatief om op gronden van Staatsbosbeheer met natuurinclusieve landbouw aan de slag te gaan, hebben andere boeren in het Maasheggengebied juist gebruikgemaakt van de ondersteuning die provincie Brabant biedt bij het zelf ontwikkelen en beheren van natuur.
Johan Verstegen, sinds 2013 partner in het bedrijf van zijn schoonvader Jan Martens, is één van hen. Het melkvee- en akkerbouwbedrijf van Martens en Verstegen heeft onlangs een complexe grondruil in De Maasheggen gedaan, waarbij onder meer 11 hectare grond is omgezet naar Ondernemend Natuurnetwerk. Op deze gronden worden geen bestrijdingsmiddelen of drijfmest gebruikt. Bovendien worden aan de randen van het grasland hagen aangeplant en hersteld. “Wat deze gronden in De Maasheggen aantrekkelijk maakt is dat de vruchtbare kleigrond zeer geschikt is voor het verbouwen van gewassen. De opbrengst van de gronden is hoog. Daardoor kunnen ondanks de beperkte bemesting nog geruime tijd prima opbrengsten worden behaald”. Deelname aan Ondernemend Natuurnetwerk brengt beperkingen met zich mee, maar biedt ook zeker kansen. “Wij vinden het vooral ook heel mooi dat je op deze manier natuur en landbouw met elkaar in overeenstemming kunt brengen.”
Dat gaat niet vanzelf, weet ook Verstegen. Je moet als ondernemer niet te ongeduldig zijn als je wilt overstappen naar een natuurinclusievere vorm van landbouw of mee wilt doen aan een kavelruil. “Het kan een lang en stroperig proces worden. Dat is voor ondernemers zoals wij af en toe knap frustrerend. Volgens mij moet het ook sneller kunnen.”
Voedzamere hooi
Toon Wientjes heeft met zijn zoons Harm en Teun een melkveehouderij in Oploo. Zij hebben al twintig jaar grond in De Maasheggen. Aanvankelijk 7,5 hectare, maar inmiddels een kleine 20 hectare. “Wij hebben de grond eerder gebruikt voor ons jongvee. Tot bij onze koeien Neospora (een parasiet die wordt overgebracht door loslopende honden – red.) werd geconstateerd. Sindsdien gebruiken we onze gronden in De Maasheggen voor het winnen van hooi. We hebben daar goede ervaring mee. Het hooi dat wij uit De Maasheggen halen is niet bemest, waardoor het schraler én voedzamer is voor onze droogstaande koeien.”
De realiteit is wel dat door de focus op hooiwinning de opbrengsten van de gronden in De Maasheggen laag zijn. Eigenlijk té laag. Om de gronden toch rendabel te kunnen onderhouden heeft Wientjes eerder beheerovereenkomsten gesloten en zijn tijdens een recente kavelruil de gronden afgewaardeerd. Bij die gelegenheid is ook een ‘kwalitatieve verplichting’ op de grond gevestigd, waarmee is vastgelegd dat de grond voor altijd de functie ‘landbouw met natuurwaarde’ zal hebben. De keuze voor Ondernemend Natuurnetwerk (ONNB) heeft nog meer gevolgen voor Wientjes’ bedrijfsvoering; zo hebben zij groenstroken aangelegd, mogen zij pas na september maaien en planten zij extra heggen aan.
Het nadeel van het niet meer mogen bemesten van grond is dat het grasland uitgeput raakt. “Dat zien we ook op onze gronden gebeuren”, zegt Wientjes. “Er zijn geen pieren meer en daardoor ook minder vogels.” In een poging om het bodemleven terug te brengen heeft Wientjes toestemming gekregen om vaste mest en dikke fractie, dat van hun bedrijf in Oploo komt, in de vorm van humus op de Maasheggengronden aan te brengen. “Wij zijn benieuwd wat het effect daarvan is.”
Wientjes is blij met de actieve inzet van provincie Brabant en Groen Ontwikkelfonds om het omzetten van landbouwgrond naar Ondernemend Natuurnetwerk te vergemakkelijken. “Als zij boeren niet zouden stimuleren om die stap te zetten, dan zou het nog wel eens erg lang kunnen duren. Al heb je ook nu nog steeds veel geduld nodig. Hoe aantrekkelijk het ook kan zijn, overstappen kost veel tijd.”
‹ Terug naar overzicht/Nieuwsarchief